No tracks found into library
Zjef Vanuytsel begon tijdens de middelbare school aan het Klein Seminarie te Hoogstraten muziek te zingen en componeren en perfectioneerde zijn muzikale vakmanschap tijdens zijn architectuurstudie aan Sint-Lucas te Brussel. Hij herschreef zijn voornaam als de artiestennaam "Zjef", geïnspireerd door de progressieve spelling. In 1970 debuteerde hij met het album "De Zotte Morgen", waarvan het gelijknamige openingsnummer, "Houten Kop", "Ik weet wel mijn lief" en "Hop Marlène" kleinkunstklassiekers werden. Van het album werden meer dan 100.000 exemplaren verkocht en het wordt nog steeds als één van de beste kleinkunstplaten beschouwd. Vanuytsels succes viel vooral te verklaren via zijn vakmanschap en talent voor melodie en arrangement, zijn neus voor romantische en poëtische luisterliedjes en de wijze waarop hij popinvloeden vermengde met traditionele kleinkunstelementen. Hij was duidelijk beïnvloed door Boudewijn De Groot. Zijn teksten zijn vaak uit het leven gegrepen en autobiografisch. Het lied "Stil in de Kempen" werd bijvoorbeeld naar aanleiding van de dood van zijn ouders geschreven. Vanuytsel bracht tijdens de jaren '70 nog drie albums uit, waarvan enkele bekende nummers als "De massa", "Tussen Antwerpen en Rotterdam" en "Mijn beste vriendin" stammen. In de jaren '80 kreeg de zanger het moeilijker om te overleven. "Tederheid" (1983) zou zijn meer dan 20 jaar lang zijn laatste plaat blijven en de man richtte zich weer op de architectuur. Hij treedt nog steeds op, maar verschijnt voor de rest niet graag meer in de schijnwerpers. Eind 2007 bracht Vanuytsel een nieuw album uit en begon hij doorheen 2008 weer door Vlaanderen te toeren. Hij gaf één concert in Goirle, Nederland. Read more on Last.fm. User-contributed text is available under the Creative Commons By-SA License; additional terms may apply.